“De entropie van de wereld streeft een maximum na” is een uitdrukking uit de lessen thermodynamica die mij altijd is bijgebleven. Heel ons leven vechten we allemaal tegen deze wetmatigheid. Vandaag ruimen we ons bureau op en morgen is het er opnieuw een rommeltje. Zo gaat het ook met onze leefruimte, keuken, tuin, en zelfs onze lichaam en geest. Tijdens deze lockdown is het al helemaal niet anders: we wonen, werken, leren én ontspannen in eenzelfde kleine ruimte, ‘ons kot’. De chaos in ons hoofd en onze omgeving wordt daardoor moeilijk te overzien, en orde brengen kost veel tijd en moeite.
Entropie is een belangrijk begrip in de fysica. Het is de maat voor de wanorde, chaos of ontaarding in een systeem. Op dit moment lijkt het wel alsof entropie de maat der dingen geworden is. Het lijkt alsof we de strijd ertegen opgegeven hebben. Het lijkt er soms op dat we ons helemaal hebben overgeven aan de chaos. In normalere omstandigheden biedt de wetenschap ons duidelijkheid, structuur en een houvast om de entropie te lijf te gaan en orde te brengen in de chaos. Bij het begin van deze crisis leek het ook (nog) zo te zijn. Wetenschappers en virologen legden ons in begrijpbare taal uit wat de gevolgen van COVID-19 zijn en waarom we massaal in ons kot moeten blijven. Het doel van de maatregel: de chaos beperken en zorgen dat de ziekenhuizen bijgevolg niet overbelast raken. We bleven en blijven met z’n allen braaf in ons kot, weliswaar verwikkeld in een gevecht met de chaos. Orde scheppen lukt thuis dan misschien niet, maar in de ziekenhuizen zo te zien wel. Op dit moment lijkt te curve af te vlakken. We mogen dus fier zijn: fier op ons zorg- en veiligheidspersoneel, fier op de mensen uit de voedings- en transportsector en fier op onszelf. Allemaal hebben we solidariteit getoond door elke dag braaf in ons kot te blijven, hoe moeilijk ook.
De chaos in ons kot daarentegen gaat de andere kant op. Daar begint een andere fundamentele wet uit de fysica, ‘de algemene gaswet (V = nrT/P)’, haar tol te eisen. De wet stelt namelijk dat het volume (onze ruimte in deze coronatijden) omgekeerd evenredig is met de druk (onze stress) in een systeem. De gevolgen voelen we allemaal. Ons kot is een veel kleinere ruimte (volume) dan de wereld waarin we voor deze crisis leefden. Daardoor is het onvermijdelijk dat onze stress toeneemt. In vele huiskamers begint deze wet uit de fysica steeds meer werkelijkheid te worden. We zijn (het) stilaan moe en daar is maar één oplossing voor: meer ruimte innemen, waardoor de stress opnieuw kan zakken. We moeten dus terug uit ons kot komen, zo simpel is het. Alleen zo kunnen we collectief van onze ‘coronastress’ afkomen, maar daarvoor moeten we natuurlijk wel uit ons kot mogen komen. Hoe pakken we dat aan?
In een inclusieve maatschappij omarmen we complexiteit en diversiteit. We doen dat door op zoek te gaan naar het evenwicht tussen enerzijds loslaten en anderzijds houvast bieden. Op het verantwoordelijkheidsbesef van anderen vertrouwen betekent loslaten, maar we moeten ook voldoende structuur en houvast bieden zodat we niet in chaos eindigen. Daar wringt het schoentje nu net. Buiten heerst er complete chaos: de wetenschappers dicteren de wetten, de politici doen alleen maar suggesties. Burgers, bedrijven en organisaties moeten zelf maar weten hoe die wetten en suggesties te interpreteren en toe te passen. We worden daarbij wel ondersteund door een ongeziene stroom van nieuws, duidingsprogramma’s en extra journaals – weliswaar vol chaos: de wetenschappers domineren door simpelweg aanwezig te zijn, de politici lijken van de aardbol verdwenen en blinken enkel uit in afwezig zijn. En dan is er nog het fake nieuws: allemaal koren op de molen van de populisten. Het is dus hoog tijd dat we controle krijgen over de chaos. Beste politici, we willen meer ruimte en minder druk! De lockdown stapje per stapje afbouwen is geen probleem, maar bied ons alsjeblieft perspectief. De druk wordt immers moeilijk houdbaar door de chaos en het gebrek aan ruimte.
Om dit te bereiken zal iedereen zijn verantwoordelijkheid moeten nemen en ik geloof dat dat kan – ook al zijn er op het moment dat ik deze blogtekst aan het schrijven reeds lekken vanuit politieke hoek. Wetenschappers moeten zich opnieuw beperken tot het geven van suggesties. Politici moeten hun verantwoordelijkheid nemen en duidelijkheid scheppen op basis van die suggesties. Het is hun plicht om met een plan te komen dat ons perspectief biedt. Concrete, begrijpbare richtlijnen en wetten maken ontegensprekelijk deel uit van dat plan. De burgers, bedrijven en organisaties nemen hun verantwoordelijkheid door de richtlijnen en wetten toe te passen, liefst zonder eigen interpretatie én met het nodige gezonde verstand.
Laten we hopen dat de veiligheidsraad deze week zijn verantwoordelijkheid neemt, gebaseerd op het vertrouwen in het verantwoordelijkheidsgevoel van de burgers, bedrijven en organisaties. Desnoods start de exit enkele weken later dan 3 mei, maar dan wel met een plan dat uitblinkt op het vlak van duidelijkheid en helderheid. We willen deze week weten wanneer onze kinderen opnieuw naar school kunnen. We willen duidelijkheid over wanneer bedrijven, winkels, restaurants en cafés opnieuw kunnen openen. Maar we willen ook weten wat de voorwaarden zijn. Laten we de sociale uitdaging nu even prioriteit geven in plaats van de technologie in de vorm van ‘corona-apps’, en als dat kan liefst zonder al te veel entropie.
Laat ons onze verantwoordelijk nemen. Laten we ons gedrag drastisch aanpassen en de regels van ‘social distancing’ aanhouden. Laten we de nodige hygiëne aan de dag leggen door regelmatig onze handen te wassen en onze mond te bedekken wanneer we in openbare ruimtes met veel volk komen. Laten we erover nadenken hoe we thuiswerk blijvend kunnen ondersteunen en hoe we onze cultuur rond landschapsbureaus kunnen bijschaven. Maar dwing ons alsjeblieft niet om van onze smartphone de bewaker van onze verantwoordelijkheid te maken, zeker niet nu met alle wetenschappelijke onzekerheid. In een inclusieve maatschappij bepaalt het bluetoothsignaal van onze smartphone niet waar we kunnen gaan en staan. Een digitale enkelband druist immers radicaal in tegen het principe dat de mens centraal staat. Op die manier kan hij zich namelijk niet op een duurzame manier van de technologie bedienen. In een inclusieve maatschappij heeft de technologie een ondersteunende rol. Mijns inziens is in dit geval de beproefde methode van manueel contactonderzoek meer aangewezen dan de toepassing van te ver doorgedreven technologie onder de vorm van apps. Bij manueel contactonderzoek krijgen we in plaats van een koele groene, oranje of rode QR-code een empathisch telefoontje van een deskundige. Hij biedt ons persoonlijk advies over eventuele testen of zelfquarantaine. Indien nodig zijn de experts er om ons gerust te stellen of zelfs uit de nood helpen. Die methode is op zijn minst gezegd persoonlijker en socialer. Bovendien is de kans dat onze privacy geschonden wordt kleiner, terwijl de wetenschap toch aan waardevolle informatie raakt.
In een inclusieve maatschappij neemt iedereen zijn verantwoordelijkheid, bewakers zijn daarbij niet nodig. Door ons opnieuw voluit onze verantwoordelijkheid te laten nemen, krijgen we ruimte en daalt de stress. We zijn eraan toe en we zijn er klaar voor. De tijd is rijp om alles opnieuw in perspectief te plaatsen én ons perspectief te bieden.